Vertaling van flauw

Inhoud:

Nederlands
Spaans
flauw {bn.}
soso
flauw, dom, onnozel, simpel, stompzinnig {bn.}
abobado
flauw, lijzig, loom, lusteloos, slap, sloom, traag, vadsig {bn.}
lánguido
mortecino
decaído
bewusteloos raken, bezwijmen, in zwijm vallen, flauwvallen, zwijmen {ww.}
desvanecerse
desmayarse


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik heb geen flauw benul.

No tengo ni idea.

Ik heb geen flauw idee.

No tengo la más remota idea.

Ik denk dat ik flauw ga vallen.

Creo que voy a desmayarme.

Tom viel flauw van de hitte.

Tom se desmayó del calor.

Ik heb geen flauw idee waarom het zo is.

No tengo ni idea de por qué es así.

Ik heb geen flauw idee hoe ik moet golfen.

Yo no tengo idea de cómo jugar golf.

We zagen een flauw licht voorbij de rivier.

Vimos una tenue luz al otro lado del río.

Hij viel flauw van honger en vermoeidheid, maar even later kwam hij weer bij.

Se desmayó de hambre y fatiga, pero volvió en si un rato después.