Vertaling van flikkeren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
flikkeren, flonkeren, lichten, twinkelen {ww.}
centellear
rielar
rielar
zij flikkeren
ellos/ellas centellean
» meer vervoegingen van centellear
bliksemen, flikkeren, flitsen {ww.}
relampaguear
zij flikkeren
ellos/ellas relampaguean
» meer vervoegingen van relampaguear
flakkeren, flikkeren, schitteren, vonken schieten, wapperen {ww.}
deflagrar
flamear
flamear
wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren
nosotros flameamos
vosotros flameáis
ellos/ellas flamean
» meer vervoegingen van flamear