Vertaling van forceren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
forceren, geweld aandoen, verkrachten {ww.}
forzar
violentar

wij forceren
jullie forceren
zij forceren

nosotros forzamos
vosotros forzáis
ellos/ellas fuerzan
» meer vervoegingen van forzar

forceren, opdringen {ww.}
obligar
constreñir
imponer

wij forceren
jullie forceren
zij forceren

nosotros obligamos
vosotros obligáis
ellos/ellas obligan
» meer vervoegingen van obligar



Gerelateerd aan forceren

geweld aandoen - verkrachten - opdringen