Vertaling van fruiten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bakken, fruiten {ww.}
freir
wij fruiten
jullie fruiten
zij fruiten
nosotros freímos
vosotros freís
ellos/ellas fríen
» meer vervoegingen van freír
wij fruiten
jullie fruiten
zij fruiten
nosotros freímos
vosotros freís
ellos/ellas fríen
» meer vervoegingen van freír