Vertaling van functioneren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
functioneren, het doen, in zijn werk gaan, werken {ww.}
funcionar
wij functioneren
jullie functioneren
zij functioneren
nosotros funcionamos
vosotros funcionáis
ellos/ellas funcionan
» meer vervoegingen van funcionar
Dat zal niet werken.
Eso no va a funcionar.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
Me llevaría demasiado tiempo explicarte por qué no va a funcionar.