Vertaling van gauw
Inhoud:
Nederlands
Spaans
gauw, gezwind, haastig, snel, spoedig, vlug {bn.}
rápido
gauw, hard, in allerijl, schielijk, snel, vlug {bw.}
de prisa
pronto
pronto
alras, dra, gauw, haast, spoedig, weldra, welhaast, binnenkort {bw.}
luego
pronto
pronto
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Schrijf alsjeblieft gauw terug.
Escríbeme pronto por favor.
Ik hoop zijn foto gauw te zien.
Espero ver su foto pronto.