Vertaling van gebroken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
gebroken, kapot, stuk {bn.}
entrecortado
roto
breken {ww.}
refractar

ik heb gebroken
jij hebt gebroken
hij/zij/het heeft gebroken

yo he refractado
has refractado
él/ella ha refractado
» meer vervoegingen van refractar

breken {ww.}
refractarse
breken, afbreken, doorbreken, schenden, stukbreken, verbreken {ww.}
romper
quebrar

ik heb gebroken
jij hebt gebroken
hij/zij/het heeft gebroken

yo he roto
has roto
él/ella ha roto
» meer vervoegingen van romper



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Wie heeft dit gebroken?

¿Quién lo rompió?

Hij heeft zijn belofte gebroken.

Él ha roto su palabra.

Ik heb een glas gebroken.

Rompí un vaso.

Hij had een gebroken hart.

Le habían roto el corazón.

Hij heeft expres het raam gebroken.

Él rompió la ventana a propósito.

"Je hebt mijn hart gebroken", zei Mary.

"Tú me rompiste el corazón", dijo María.

De vogel had een gebroken vleugel.

El pájaro tenía un ala rota.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Él tuvo un accidente y se fracturó la pierna.

Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.

Él tuvo un accidente y se rompió la pierna.

Denk je dat hij de vent is die het raam heeft gebroken?

¿Crees que él es el tipo que rompió la ventana?


Gerelateerd aan gebroken

kapot - stuk - breken - afbreken - doorbreken - schenden - stukbreken - verbreken