Vertaling van gedijen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
gedijen, groeien, toenemen, wassen, aanwassen {ww.}
crecer
wij gedijen
jullie gedijen
zij gedijen
nosotros crecemos
vosotros crecéis
ellos/ellas crecen
» meer vervoegingen van crecer
bloeien, floreren, gedijen, tieren, vooruitkomen, welvaren {ww.}
prosperar
wij gedijen
jullie gedijen
zij gedijen
nosotros prosperamos
vosotros prosperáis
ellos/ellas prosperan
» meer vervoegingen van prosperar