Vertaling van gedurig
Inhoud:
Nederlands
Spaans
blijvend, gedurig, vast, voortdurend {bn.}
estable
perenne
contínuo
perenne
contínuo
dikwijls, gedurig, menigmaal, vaak, veel, veelal, veeltijds {bw.}
a menudo
con frecuencia
con frecuencia