Vertaling van geheel

Inhoud:

Nederlands
Spaans
geheel, algeheel, totaal {bn.}
total
geheel [o], totaal {zn.}
todo
total [v] (la ~)
Ik ben het geheel met je eens.
Estoy del todo de acuerdo contigo.
heel, geheel, ten volle, volkomen, volledig, voluit {bw.}
completamente
compleet, gans, heel, geheel, vol, volkomen, volslagen {bn.}
completo
entero
todo
total
compleet, heel, geheel, totaal, totaliter, volkomen, volledig {bw.}
completamente
finaal, heel, geheel, helemaal, totaal, volkomen, volledig {bw.}
enteramente


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Hij heeft niet geheel ongelijk.

Él no está totalmente equivocado.

Ik ben het geheel met je eens.

Estoy del todo de acuerdo contigo.

Het geheel is meer dan de som der delen.

La totalidad es más que la suma de sus partes.

In Thailand is de opvoeding van de kinderen niet de verantwoordelijkheid van de vader; het is geheel aan de moeder.

En Tailandia, criar a los niños no es la responsabilidad del padre; es en su totalidad de la madre.


Gerelateerd aan geheel

algeheel - totaal - heel - ten volle - volkomen - volledig - voluit - compleet - gans - vol - volslagen - totaliter - finaal - helemaal