Vertaling van geleiden

Inhoud:

Nederlands
Spaans
besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren {ww.}
conducir

wij geleiden
jullie geleiden
zij geleiden

nosotros conducimos
vosotros conducís
ellos/ellas conducen
» meer vervoegingen van conducir

Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
¿Te dejó tu tío conducir el coche?
de weg wijzen, leiden, geleiden, rondleiden {ww.}
orientar
guiar

wij geleiden
jullie geleiden
zij geleiden

nosotros orientamos
vosotros orientáis
ellos/ellas orientan
» meer vervoegingen van orientar



Gerelateerd aan geleiden

besturen - brengen - leiden - voeren - de weg wijzen - rondleiden