Vertaling van genezen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
genezen {ww.}
sanar

wij genezen
jullie genezen
zij genezen

nosotros sanamos
vosotros sanáis
ellos/ellas sanan
» meer vervoegingen van sanar

genezen {ww.}
curar

wij genezen
jullie genezen
zij genezen

nosotros curamos
vosotros curáis
ellos/ellas curan
» meer vervoegingen van curar

Voorkomen is beter dan genezen.
Más vale prevenir que curar.
beter worden, genezen, helen {ww.}
sanar

wij genezen
jullie genezen
zij genezen

nosotros sanamos
vosotros sanáis
ellos/ellas sanan
» meer vervoegingen van sanar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Je zal spoedig genezen.

Te recuperarás pronto.

Voorkomen is beter dan genezen.

Más vale prevenir que curar.

De arts heeft zijn ziekte genezen.

El doctor lo curó de su enfermedad.

Dit kan niet volledig genezen worden.

No puede ser completamente curado.

Dit medicijn zal je huidziekte genezen.

Este remedio curará tu enfermedad de la piel.

Kanker kan genezen worden als het bijtijds ontdekt wordt.

El cáncer puede ser curado si es descubierto a tiempo.

Kanker kan gemakkelijk genezen worden als het in de eerste fase ontdekt wordt.

El cáncer puede ser curado con facilidad si es diagnosticado en la primera fase.


Gerelateerd aan genezen

beter worden - helen