Vertaling van gepast

Inhoud:

Nederlands
Spaans
betamelijk, gepast, geschikt, passend, toepasselijk {bn.}
conveniente
doelmatig, gemakkelijk, geschikt, gepast, passend {bn.}
oportuno
cómodo
passen, passen in {ww.}
caber

ik heb gepast
jij hebt gepast
hij/zij/het heeft gepast

yo he cabido
has cabido
él/ella ha cabido
» meer vervoegingen van caber

gelegen komen, passen, schikken, uitkomen, voegen, betamen {ww.}
ser conveniente
convenir

ik heb gepast
jij hebt gepast
hij/zij/het heeft gepast

yo he convenido
has convenido
él/ella ha convenido
» meer vervoegingen van convenir

passen, aanpassen {ww.}
probar

ik heb gepast
jij hebt gepast
hij/zij/het heeft gepast

yo he probado
has probado
él/ella ha probado
» meer vervoegingen van probar

Mag ik deze jurk passen?
¿Me puedo probar este vestido?
betamen, horen, behoren, passen, voegen {ww.}
ser decoroso
ser conveniente
ser conforme
beproeven, passen, aanpassen, proberen, toetsen, uitproberen {ww.}
probar
intentar
ensayar

ik heb gepast
jij hebt gepast
hij/zij/het heeft gepast

yo he probado
has probado
él/ella ha probado
» meer vervoegingen van probar

Ik denk dat het het proberen waard is.
Creo que vale la pena intentar.
Als het deze keer niet lukt, kunnen we nog eens proberen.
Si sale mal esta vez, podemos intentar de nuevo.
passen, aanpassen {ww.}
probar

ik heb gepast
jij hebt gepast
hij/zij/het heeft gepast

yo he probado
has probado
él/ella ha probado
» meer vervoegingen van probar