Vertaling van geschoold
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bevoegd, geschoold, vakbekwaam {bn.}
competente
bijbrengen, instrueren, leren, scholen {ww.}
enseñar
instruir
instruir
ik heb geschoold
jij hebt geschoold
hij/zij/het heeft geschoold
yo he instruido
tú has instruido
él/ella ha instruido
» meer vervoegingen van instruir
Ik kan je leren vechten.
Yo te puedo enseñar a pelear.
Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.
Que los hombres no aprenden mucho de las lecciones de la historia es la más importante de todas las lecciones que la historia tiene por enseñar.