Vertaling van geslepen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
sluw, arglistig, doortrapt, geslepen, leep, listig, slinks, link, geraffineerd, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
afilado
agudo
acerbo
acre
agudo
acerbo
acre
aanzetten, slijpen, scherpen, wetten {ww.}
afilar
ik heb geslepen
jij hebt geslepen
hij/zij/het heeft geslepen
yo he afilado
tú has afilado
él/ella ha afilado
» meer vervoegingen van afilar
slijpen {ww.}
labrar
tallar
tallar
ik heb geslepen
jij hebt geslepen
hij/zij/het heeft geslepen
yo he labrado
tú has labrado
él/ella ha labrado
» meer vervoegingen van labrar