Vertaling van geïsoleerd

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afgelegen, apart, geïsoleerd {bn.}
aislado
apartado
separado
afzonderen, isoleren {ww.}
aislar

ik heb geïsoleerd
jij hebt geïsoleerd
hij/zij/het heeft geïsoleerd

yo he aislado
has aislado
él/ella ha aislado
» meer vervoegingen van aislar



Gerelateerd aan geïsoleerd

afgelegen - apart - afzonderen - isoleren