Vertaling van gillen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
blèren, brullen, bulderen, gillen, uitbrullen {ww.}
aullar
wij gillen
jullie gillen
zij gillen
nosotros aullamos
vosotros aulláis
ellos/ellas aúllan
» meer vervoegingen van aullar
gil (mv. gillen), krijs, schreeuw {zn.}
alarido