Vertaling van gissen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
gissen, vermoeden {ww.}
conjeturar
wij gissen
jullie gissen
zij gissen
nosotros conjeturamos
vosotros conjeturáis
ellos/ellas conjeturan
» meer vervoegingen van conjeturar
doorzien, gissen, raden, inschatten {ww.}
adivinar
wij gissen
jullie gissen
zij gissen
nosotros adivinamos
vosotros adivináis
ellos/ellas adivinan
» meer vervoegingen van adivinar