Vertaling van goal

Inhoud:

Nederlands
Spaans
doelpunt [o], goal {zn.}
gol [m] (el ~)
Hij maakte een doelpunt tijdens de verlenging.
Marcó un gol durante la prórroga.
doel [o], goal {zn.}
meta [m] (el ~)
gol [m] (el ~)
portería [v] (la ~)
Wat is je doel in het leven?
¿Cuál es tu meta en la vida?
Zijn doel is het niet, om geld te maken.
Su meta no es ganar dinero.


Gerelateerd aan goal

doelpunt - doel