Vertaling van gracht

Inhoud:

Nederlands
Spaans
gracht, greppel, groef, groeve, kuil, sloot {zn.}
zanja [v] (la ~)
gracht, kanaal [o], vaart, wijk {zn.}
canal [m] (el ~)


Gerelateerd aan gracht

greppel - groef - groeve - kuil - sloot - kanaal - vaart - wijk