Vertaling van groep
Inhoud:
Nederlands
Spaans
drift , groep, hoop, kudde, schare, school, set, stel, troep, zwerm, vlucht {zn.}
grupo
Ik zou me graag bij jullie groep aansluiten.
Me gustaría unirme a vuestro grupo.
groepering , groep {zn.}
grupo
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik speel in een groep.
Yo toco en una banda.
Ik zou me graag bij jullie groep aansluiten.
Me gustaría unirme a vuestro grupo.