Vertaling van haal

Inhoud:

Nederlands
Spaans
haal, teug, trek {zn.}
tracción [v] (la ~)
halen, gaan halen {ww.}
coger
ir por
buscar

ik haal

yo cojo
» meer vervoegingen van coger

halen, inslaan, raken, teisteren, treffen {ww.}
dar en
dar con
acertar

ik haal

yo acierto
» meer vervoegingen van acertar

slagen, halen {ww.}
triunfar
pasar
aprobar

ik haal

yo triunfo
» meer vervoegingen van triunfar

Hij wilde slagen.
Él quería triunfar.
Hij wou slagen, zelfs ten koste van zijn gezondheid.
Él quería triunfar aún a costas de su salud.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Haal dat van je hoofd af.

Sacate eso de la cabeza.

Haal je handen van me af!

¡Quítame las manos de encima!


Gerelateerd aan haal

teug - trek - halen - gaan halen - inslaan - raken - teisteren - treffen - slagen