Vertaling van hakkelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
hakkelen, stamelen, stotteren {ww.}
tartamudear
balbucear
balbucear
wij hakkelen
jullie hakkelen
zij hakkelen
nosotros tartamudeamos
vosotros tartamudeáis
ellos/ellas tartamudean
» meer vervoegingen van tartamudear