Vertaling van herrie

Inhoud:

Nederlands
Spaans
herrie [v], lawaai, leven, ophef, rumoer, kabaal {zn.}
ruido [m] (el ~)
Maak geen lawaai.
No hagáis ruido.
Hij klaagde over de herrie.
Él se quejó del ruido.
herrie [v], ruzie [v], heibel {zn.}
disputa
querella
altercado
herrie [v], roerigheid [v], rustverstoring [v], getier, rel, spektakel, tumult {zn.}
tumulto [m] (el ~)


Gerelateerd aan herrie

lawaai - leven - ophef - rumoer - kabaal - ruzie - heibel - roerigheid - rustverstoring - getier - rel - spektakel - tumult