Vertaling van huren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aannemen, aanwerven, huren, in dienst nemen, tewerkstellen {ww.}
tomar a sueldo
charteren, huren, afhuren {ww.}
alquilar
tomar en alquiler

wij huren
jullie huren
zij huren

nosotros alquilamos
vosotros alquiláis
ellos/ellas alquilan
» meer vervoegingen van alquilar

Ik wilde een bus huren.
Quería alquilar un autobús.
Ik zou graag een auto willen huren.
Quiero alquilar un coche.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik moet een kamer huren.

Necesito arrendar una habitación.

Ik wilde een bus huren.

Quería alquilar un autobús.

Ik zou graag een auto willen huren.

Quiero alquilar un coche.

Je kan een boot per uur huren.

Puedes arrendar un bote por horas.

Waar kan ik een auto huren?

¿Dónde puedo alquilar un coche?

Ik zou graag een auto willen huren.

Me gustaría rentar un auto.

Ik wil graag een auto huren

quisiera arrendar un coche


Gerelateerd aan huren

aannemen - aanwerven - in dienst nemen - tewerkstellen - charteren - afhuren