Vertaling van ieder
Inhoud:
Nederlands
Spaans
à, bij, elk, ieder, telkens {vz.}
a razón de
a tanto por
a tanto por
elk, ieder, iedereen, al, elkeen, iegelijk {onb. vnw.}
cada
cada uno
cada uno
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ieder zijn eigen passie.
Cada uno con su pasión.
Ieder zijn eigen ding.
A cada cual lo que se merece.
Ieder van hen kreeg een prijs.
Cada uno de ellos recibió un premio.
Ieder van u kan het doen.
Cualquiera de ustedes puede hacerlo.
Ik ben tegen ieder soort oorlog.
Me opongo a cualquier tipo de guerra.
Hij gaat ieder jaar naar Karuizawa.
Él cada año va a Karuizawa.
Ieder van ons, behalve hij, ging.
Todos nosotros, excepto él, fuimos.
Ieder molecuul in ons lichaam heeft een unieke vorm.
Cada molécula de nuestro cuerpo tiene una forma única.
Ieder jaar komen veel toeristen naar dit eiland.
Muchos turistas visitan esta isla cada año.
Maak dat je hier wegkomt! Ieder van jullie!
¡Que se vayan todos!