Vertaling van iets
Inhoud:
Nederlands
Spaans
iets, wat {onb. vnw.}
algo
alguna cosa
alguna cosa
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Doe iets!
¡Haz algo!
Is het iets ernstigs?
¿Es algo serio?
Laat ons iets proberen.
¡Intentemos algo!
Iets klopt hier niet.
Algo no va bien.
Is er iets gebeurd?
¿Ha pasado algo?
Wil je iets drinken?
¿Te gustaría beber algo?
Vraag mij iets gemakkelijkers.
Pregúnteme algo más fácil.
Jij verbergt iets.
Estás ocultando algo.
Wil je iets eten?
¿Quieres comer algo?
Ik hoor iets.
Escucho algo.
Zei Tom iets?
¿Tom dijo algo?
Mag ik iets zeggen?
¿Te puedo decir algo?
Mag ik je iets vragen?
¿Puedo hacerte una pregunta?
Tom wil je iets tonen.
Tom quiere enseñarte algo.
Ik had iets moeten zeggen.
Debería haber dicho algo.