Vertaling van inspecteren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
inspecteren, inspectie houden, schouwen, visiteren {ww.}
inspeccionar
wij inspecteren
jullie inspecteren
zij inspecteren
nosotros inspeccionamos
vosotros inspeccionáis
ellos/ellas inspeccionan
» meer vervoegingen van inspeccionar
herzien, inspecteren, nazien, nakijken, reviseren {ww.}
revisar
inspeccionar
inspeccionar
wij inspecteren
jullie inspecteren
zij inspecteren
nosotros revisamos
vosotros revisáis
ellos/ellas revisan
» meer vervoegingen van revisar