Vertaling van invullen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
dempen, vullen, invullen, spekken, stoppen, volmaken, volschenken {ww.}
llenar
ik zal invullen
jij zult invullen
hij/zij/het zal invullen
yo llenaré
tú llenarás
él/ella llenará
» meer vervoegingen van llenar