Vertaling van iris

Inhoud:

Nederlands
Spaans
iris, lis {zn.}
iris [m] (el ~)
lirio [m] (el ~)
Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt?
Iris, ¿qué comes normalmente de desayuno?
iris, regenboogvlies {zn.}
iris [m] (el ~)


Gerelateerd aan iris

lis - regenboogvlies