Vertaling van ja zeggen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
beamen, bevestigen, ja zeggen, toestemmen {ww.}
confirmar
asentir
asentir
reciteren, opzeggen, voordragen {ww.}
declamar
recitar
recitar
wij zeggen op
jullie zeggen op
zij zeggen op
nosotros declamamos
vosotros declamáis
ellos/ellas declaman
» meer vervoegingen van declamar
herhalen, nazeggen {ww.}
repetir
wij zeggen na
jullie zeggen na
zij zeggen na
nosotros repetimos
vosotros repetís
ellos/ellas repiten
» meer vervoegingen van repetir
Kan je herhalen wat je zei?
¿Puedes repetir lo que dijiste?
Kun je dat herhalen?
¿Puedes repetir por favor?
herhalen, doornemen, nazeggen {ww.}
repetir
reiterar
reiterar
wij zeggen na
jullie zeggen na
zij zeggen na
nosotros repetimos
vosotros repetís
ellos/ellas repiten
» meer vervoegingen van repetir