Vertaling van jacht

Inhoud:

Nederlands
Spaans
jacht {zn.}
yate [m] (el ~)
dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn {ww.}
apremiar
urgir

ik jacht
jij jacht
hij/zij/het jacht

yo apremio
apremias
él/ella apremia
» meer vervoegingen van apremiar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik was op jacht naar vlinders.

Estaba cazando mariposas.

"Dima?!" Al-Sayib was zo verbijsterd, dat hij zijn Fanta op zijn computer liet vallen en daarmee zijn jacht op noobs ruïneerde. "Dima?! Ben jij dat echt?!"

—¡¿Dima?! —Al-Sayib estaba tan sorprendido que dejó caer su Fanta sobre el ordenador, arruinando así su caza de novatos— ¡¿Dima?! ¡¿Eres realmente tú?!


Gerelateerd aan jacht

dringen - haasten - jachten - tot haast aanzetten - urgent zijn