Vertaling van joelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
gieren, joelen, roepen, schreeuwen {ww.}
gritar
wij joelen
jullie joelen
zij joelen
nosotros gritamos
vosotros gritáis
ellos/ellas gritan
» meer vervoegingen van gritar
Hou op met schreeuwen, ik smeek het je.
Deja de gritar, te lo ruego.
Tom begon te schreeuwen als een 15-jarig meisje.
Tom se puso a gritar como una quinceañera.