Vertaling van kabbelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
kabbelen, klateren, murmelen {ww.}
refunfuñar
hablar bajo
murmurar
hablar bajo
murmurar
zij kabbelen
ellos/ellas refunfuñan
» meer vervoegingen van refunfuñar
kabbelen, klapperen, klotsen, plassen, plonzen {ww.}
chapotear
zij kabbelen
ellos/ellas chapotean
» meer vervoegingen van chapotear