Vertaling van kleden
Inhoud:
Nederlands
Spaans
kleden, aankleden, omkleden, staan {ww.}
vestir
wij kleden
jullie kleden
zij kleden
nosotros vestimos
vosotros vestís
ellos/ellas visten
» meer vervoegingen van vestir
wij kleden
jullie kleden
zij kleden
nosotros vestimos
vosotros vestís
ellos/ellas visten
» meer vervoegingen van vestir