Vertaling van klokken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
klokken {ww.}
gorgotear

wij klokken
jullie klokken
zij klokken

nosotros gorgoteamos
vosotros gorgoteáis
ellos/ellas gorgotean
» meer vervoegingen van gorgotear

kakelen, klokken {ww.}
cacarear
cloquear

wij klokken
jullie klokken
zij klokken

nosotros cacareamos
vosotros cacareáis
ellos/ellas cacarean
» meer vervoegingen van cacarear

bel [v], klok (mv. klokken) [v] {zn.}
timbre [m] (el ~)
campanilla [v] (la ~)
klok (mv. klokken) [v], stolp {zn.}
campana [v] (la ~)
We kunnen elke morgen de klok van de kerk horen.
Podemos oír la campana de la iglesia todas las mañanas.
klok (mv. klokken), uurwerk {zn.}
reloj [m] (el ~)
Dit uurwerk is elektrisch.
Este reloj es eléctrico.
Deze klok is kapot.
Este reloj está roto.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Voor wie luiden de klokken?

¿Por quién doblan las campanas?

We repareren allerlei soorten klokken hier.

Aquí arreglamos todo tipo de relojes.

In mijn kamer zijn er geen klokken.

No hay ningún reloj en mi habitación.

Tijd heeft geen onderverdelingen om het verstrijken ervan aan te duiden, er is nooit een onweersbui of trompetgeschal om het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar aan te kondigen. Zelfs wanneer er een nieuwe eeuw aanbreekt, zijn alleen wij stervelingen het, die klokken luiden en pistolen afschieten.

El tiempo no tiene divisiones para marcar su paso, nunca hay una tormenta o un soplar de trompetas para indicar el comienzo de un nuevo mes o año. Incluso cuando empieza un nuevo siglo sólo somos nosotros, los mortales, los que tocamos las campanas y disparamos con nuestras pistolas.


Gerelateerd aan klokken

kakelen - bel - klok - stolp - uurwerk