Vertaling van klokken
wij klokken
jullie klokken
zij klokken
nosotros gorgoteamos
vosotros gorgoteáis
ellos/ellas gorgotean
» meer vervoegingen van gorgotear
cloquear
wij klokken
jullie klokken
zij klokken
nosotros cacareamos
vosotros cacareáis
ellos/ellas cacarean
» meer vervoegingen van cacarear
campanilla
Voorbeelden in zinsverband
Voor wie luiden de klokken?
¿Por quién doblan las campanas?
We repareren allerlei soorten klokken hier.
Aquí arreglamos todo tipo de relojes.
In mijn kamer zijn er geen klokken.
No hay ningún reloj en mi habitación.
Tijd heeft geen onderverdelingen om het verstrijken ervan aan te duiden, er is nooit een onweersbui of trompetgeschal om het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar aan te kondigen. Zelfs wanneer er een nieuwe eeuw aanbreekt, zijn alleen wij stervelingen het, die klokken luiden en pistolen afschieten.
El tiempo no tiene divisiones para marcar su paso, nunca hay una tormenta o un soplar de trompetas para indicar el comienzo de un nuevo mes o año. Incluso cuando empieza un nuevo siglo sólo somos nosotros, los mortales, los que tocamos las campanas y disparamos con nuestras pistolas.