Vertaling van kloppen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
houwen, klappen, kloppen, slaan, meppen {ww.}
batir
pegar
golpear
pegar
golpear
wij kloppen
jullie kloppen
zij kloppen
nosotros batimos
vosotros batís
ellos/ellas baten
» meer vervoegingen van batir
klappen, kloppen, slaan, opvallen {ww.}
chocar
percutir
sorprender
golpear
percutir
sorprender
golpear
wij kloppen
jullie kloppen
zij kloppen
nosotros chocamos
vosotros chocáis
ellos/ellas chocan
» meer vervoegingen van chocar