Vertaling van knarsen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
knarsen, knersen, kraken, krassen {ww.}
chirriar
wij knarsen
jullie knarsen
zij knarsen
nosotros chirriamos
vosotros chirriáis
ellos/ellas chirrían
» meer vervoegingen van chirriar
knarsen, piepen {ww.}
rechinar
wij knarsen
jullie knarsen
zij knarsen
nosotros rechinamos
vosotros rechináis
ellos/ellas rechinan
» meer vervoegingen van rechinar