Vertaling van knippen
wij knippen
jullie knippen
zij knippen
nosotros recortamos
vosotros recortáis
ellos/ellas recortan
» meer vervoegingen van recortar
esquilar
wij knippen
jullie knippen
zij knippen
nosotros cortamos
vosotros cortáis
ellos/ellas cortan
» meer vervoegingen van cortar
wij knippen
jullie knippen
zij knippen
nosotros agujereamos
vosotros agujereáis
ellos/ellas agujerean
» meer vervoegingen van agujerear
Voorbeelden in zinsverband
Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Lavar, cortar y secar, por favor.
Deze scharen knippen niet goed.
Estas tijeras no cortan bien.
Hij liet zijn haar kort knippen.
Él se dejó el pelo corto
Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
Él se corta el pelo una vez al mes.
Ik liet mijn haar knippen bij de kapper.
Me corté el pelo en la peluquería.