Vertaling van koud
Inhoud:
Nederlands
Spaans
kil, koud {bn.}
frío
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Het is vrij koud.
Hace bastante frío.
De koffie is koud.
El café está helado.
Het is koud vandaag.
Hace frío hoy.
Het is koud buiten.
Hace frío afuera.
Ik heb het koud.
Tengo frío.
Het is koud.
Está frío.
Vandaag is het koud.
Hace frío hoy.
Het was gisteren koud.
Ayer hacía frío.
Dinsdag was het immers koud.
El martes sí que hacía frío.
Het is een beetje koud.
Es un pequeño resfriado.
Het is niet koud vandaag.
Hoy no hace frío.
Hebt ge het niet koud?
¿No sentís frío?
Het was heel koud gisterochtend.
Hacía mucho frío ayer por la mañana.
De nacht was zo koud.
La noche era tan fría.
Het is verschrikkelijk koud vandaag.
Hoy hace un frío que pela.