Vertaling van krassen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
krassen, schrabben, schrapen, schrappen {ww.}
legrar
raer
raspar
raer
raspar
wij krassen
jullie krassen
zij krassen
nosotros legramos
vosotros legráis
ellos/ellas legran
» meer vervoegingen van legrar
krassen {ww.}
carraspear
graznar
graznar
wij krassen
jullie krassen
zij krassen
nosotros carraspeamos
vosotros carraspeáis
ellos/ellas carraspean
» meer vervoegingen van carraspear
knarsen, knersen, kraken, krassen {ww.}
chirriar
wij krassen
jullie krassen
zij krassen
nosotros chirriamos
vosotros chirriáis
ellos/ellas chirrían
» meer vervoegingen van chirriar
druk, levendig, kras (mv. krassen), kwiek, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker {bn.}
acalorado
animado
avispado
vivaz
animado
avispado
vivaz