Vertaling van langs

Inhoud:

Nederlands
Spaans
langs, voorbij {vz.}
más allá
por delante de
langs {vz.}
a lo largo de
blijkens, ingevolge, langs, naar, volgens {vz.}
según
langsgaan, passeren, voorbijgaan, voorbijlopen {ww.}
pasar de largo
sobrepasar

ik ga langs
jij gaat langs

yo sobrepaso
sobrepasas
» meer vervoegingen van sobrepasar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Een vos kwam langs.

Un zorro se acercó.

We liepen langs de rivier.

Caminamos por el río.

We liepen langzaam langs de weg.

Caminábamos lentamente por el camino.

We wandelden langs de oevers van de Thames.

Nosotros caminamos por la orilla del Támesis.


Gerelateerd aan langs

voorbij - blijkens - ingevolge - naar - volgens - langsgaan - passeren - voorbijgaan - voorbijlopen