Vertaling van leden

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aanhang [m], leden {zn.}
partido [m] (el ~)
doorstaan, lijden, ondergaan, uitstaan, velen, verdragen {ww.}
sufrir
padecer

wij leden
jullie leden
zij leden

nosotros sufrimos
vosotros sufristeis
ellos/ellas sufrieron
» meer vervoegingen van sufrir

De mens is voorbestemd tot lijden.
Es el destino del hombre sufrir.
Het is het lot van de mens om te lijden.
Es el destino del hombre sufrir.
geleding [v], gewricht, knoop [m], lid (mv. leden), gelid {zn.}
artejo
artículo [m] (el ~)
articulación [v] (la ~)
lid (mv. leden), lidmaat {zn.}
miembro [m] (el ~)
Ik ben lid van het basketbalteam.
Soy miembro del equipo de baloncesto.
Elk lid van de club was aanwezig.
Cada miembro del club estaba presente.
aanhanger [m], lid (mv. leden), partijganger, partijlid {zn.}
secuaz [m] (el ~)
partidario [m] (el ~)
aanhanger [m], lid (mv. leden), lidmaat {zn.}
partidario [m] (el ~)
jongeheer [m], leuter [m], lul [m], pik [v], snikkel [m], lid (mv. leden), piemel, plasser, penis {zn.}
verga [v] (la ~)
pinga [v] (la ~)
pito [m] (el ~)
picha
lid (mv. leden), term {zn.}
término [m] (el ~)

Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

De club heeft dertig leden.

El club cuenta con treinta miembros.

Ik wil dat de jonge leden actiever zijn.

Quiero que los miembros jóvenes sean más activos.