Vertaling van leeg
Inhoud:
Nederlands
Spaans
hol, ledig, leeg, lens, loos {bn.}
vacío
ledigen, legen, lenzen, lichten, ruimen, uithalen {ww.}
vaciar
ik leeg
yo vacío
» meer vervoegingen van vaciar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
De autobatterij is leeg
La batería del auto está muerta.
De batterij is leeg!
¡Batería baja!
Al de dozen zijn leeg.
Todas las cajas están vacías.
Ik heb de doos leeg gevonden.
Encontré la caja vacía.
De batterij van mijn mp3-speler was leeg.
La batería de mi reproductor de MP3 estaba descargada.
Deze doos is leeg. Er zit niets in.
Esta caja está vacía. No tiene nada adentro.
Ze zat op een leeg strand naar de één voor één aanspoelende golven te kijken.
Ella se sentó en la playa vacía, viendo las olas venir una tras otra.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Si no te has comido tu plato en tres minutos, no recibirás postre.