Vertaling van lichten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
flikkeren, flonkeren, lichten, twinkelen {ww.}
centellear
rielar

zij lichten

ellos/ellas centellean
» meer vervoegingen van centellear

ledigen, legen, lenzen, lichten, ruimen, uithalen {ww.}
vaciar

wij lichten
jullie lichten
zij lichten

nosotros vaciamos
vosotros vaciáis
ellos/ellas vacían
» meer vervoegingen van vaciar

licht (mv. lichten), zwak {bn.}
débil
flojo
hel, helder, klaar, licht (mv. lichten) {bn.}
claro
luminoso
licht (mv. lichten) [o], schijn [m], schijnsel [o] {zn.}
luz [v] (la ~)
Ik zie een licht.
Veo una luz.
Zij heeft het licht aangedaan.
Ella encendió la luz.
licht (mv. lichten), ondiep, oppervlakkig {bn.}
de poca profundidad
somero
licht (mv. lichten) {bn.}
ligero
leve
licht (mv. lichten), makkelijk, gemakkelijk, vlot {bn.}
fácil


Gerelateerd aan lichten

flikkeren - flonkeren - twinkelen - ledigen - legen - lenzen - ruimen - uithalen - licht - zwak - hel - helder - klaar - schijn - schijnsel