Vertaling van lief

Inhoud:

Nederlands
Spaans
joviaal, aardig, lief, voorkomend, vriendelijk {bn.}
amable
afable
fideel, aardig, lief, voorkomend, vriendelijk {bn.}
amable
afable
aardig, beminnelijk, lief, vriendelijk, schattig {bn.}
amable
afable
amistoso
blando
dulce
beminnelijk, beminnenswaardig, lief, lieftallig {bn.}
afable
amable
beminde [m], liefje [o], lief, geliefde, zoetelief {zn.}
querida
novia [v] (la ~)
hartelijk, cordiaal, ruimhartig, warmhartig, warm, gul, aardig, lief, voorkomend, vriendelijk {bn.}
amable
afable
bemoedigend, hartsterkend, hoopgevend, opbeurend, troostend, troostrijk, hoopvol, hartversterkend, opwekkend, aardig, lief, voorkomend, vriendelijk {bn.}
amable
afable
beminde [m], lief, geliefde, liefste {zn.}
querido
novio [m] (el ~)
Niet liegen liefste.
No mientas, querido.
Hij verloor zijn meest geliefde zoon.
Él perdió a su hijo más querido.
dierbaar, duur, kostbaar, lief, prijzig, waard, waardevol, geacht {bn.}
caro
querido
teder, teer, warm, lief {bn.}
afectuoso
cariñoso
tierno
gemoedelijk, aardig, lief, voorkomend, vriendelijk {bn.}
amable
afable


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

De kat is heel lief.

El gato es muy chulo.

Hij was zeer lief voor hen.

Les fue muy amable.

Ze is inderdaad een lief meisje.

Es una niña realmente encantadora.

Mijn lief houdt niet van mij.

Mi amante no me ama.

Mijn lief katje is al een week verdwenen.

Mi querido gatito ya lleva desaparecido una semana.

Het meisje dat in de bakkerij werkt, is lief.

La niña que trabaja en la panadería es linda.

Tom beschuldigde Mary ervan niet te weten hoe iemand lief te hebben of hoe iemands liefde weten te aanvaarden.

Tom acusó a Mary de no saber cómo amar, o cómo aceptar el amor de alguien.

De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.

La Biblia nos dice de amar a nuestros vecinos, y también a nuestros enemigos; probablemente porque en general son las mismas personas.