Vertaling van liegen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
liegen {ww.}
mentir

wij liegen
jullie liegen
zij liegen

nosotros mentimos
vosotros mentís
ellos/ellas mienten
» meer vervoegingen van mentir

Hij haatte liegen.
Él odiaba mentir.
De waarheid zeggen is veel gemakkelijker dan liegen.
Decir la verdad es mucho más sencillo que mentir.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ze liegen nooit.

Ellos no mienten nunca.

Niet liegen liefste.

No mientas, querido.

Hij haatte liegen.

Él odiaba mentir.

Ze is handig in het liegen.

Ella es una mentirosa muy astuta.

Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.

Nosotros dos sabemos que vosotros dos mentís.

De waarheid zeggen is veel gemakkelijker dan liegen.

Decir la verdad es mucho más sencillo que mentir.

Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!

¿Él adora su cabello, su sonrisa, sus ojos? ¡Guau! ¡Miente condenadamente bien!