Vertaling van liggen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
liggen {ww.}
estar echado
yacer

wij liggen
jullie liggen
zij liggen

nosotros yacemos
vosotros yacéis
ellos/ellas yacen
» meer vervoegingen van yacer

gelegen zijn, liggen {ww.}
estar situado


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Hoeveel pennen liggen er op de schrijftafel?

¿Cuántas biromes hay en el escritorio?

Boeken liggen nu binnen ieders bereik.

Ahora los libros están al alcance de todos.

De Alpen liggen in het midden van Europa.

Los Alpes están en el medio de Europa.

De zilveren bollen liggen rondom de rode bol.

Las pelotas plateadas están alrededor de la pelota roja.

Misschien heb ik het op tafel laten liggen.

Tal vez lo dejé sobre la mesa.

Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.

Casi me olvido el paraguas en el tren.

Ik zag een jonge men liggen op de bank onder de kerselaar in het park.

Vi a un joven echado en la banca bajo el cerezo en el parque.

Toen ze wakker werden zagen ze een steen naast zich liggen.

Cuando despertaron vieron una piedra junto a ellos.

Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.

Solo estuve ausente un día en el trabajo por un resfriado y ya hay pilas de papel en mi escritorio.

Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.

Después de eso, me voy, pero entonces me doy cuenta de que olvidé mi mochila.


Gerelateerd aan liggen

gelegen zijn