Vertaling van lijden
padecer
wij lijden
jullie lijden
zij lijden
nosotros sufrimos
vosotros sufrís
ellos/ellas sufren
» meer vervoegingen van sufrir
Voorbeelden in zinsverband
De mens is voorbestemd tot lijden.
Es el destino del hombre sufrir.
Het is het lot van de mens om te lijden.
Es el destino del hombre sufrir.
Mensen die regelmatig in de open lucht werken, lijden niet aan slapeloosheid.
La gente que trabaja regularmente en sitios abiertos no sufre de insomnio.
Het is een beschamend feit dat, terwijl er landen zijn waar mensen honger lijden, er in Japan veel huishoudens en restaurants zijn waar veel eten weggegooid wordt.
Es vergonzoso que mientras hay tierras donde la gente sufre de hambre, en Japón hay muchos hogares y restaurantes donde mucha comida es tirada.