Vertaling van lis

Inhoud:

Nederlands
Spaans
lis, lus, strik {zn.}
lazo [m] (el ~)
iris, lis {zn.}
iris [m] (el ~)
lirio [m] (el ~)
Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt?
Iris, ¿qué comes normalmente de desayuno?


Gerelateerd aan lis

lus - strik - iris